Hoe de dood een taboe is geworden
In onze huidige cultuur en maatschappij is er een groot taboe op de dood ontstaan én op de emoties van het rouwproces die daarbij horen. Enerzijds zien we zien graag dat een rouwende ‘sterk’ is en ‘het echt wel aan kan'. Anderzijds geven we graag limieten in tijd, het is al zes maanden geleden, zou je jezelf nu al eens niet terug wat beter voelen? Of omgekeerd, het is nog maar 6 maand geleden en hij heeft al een ander.
De oordelen die we hebben over ons eigen verdriet maakt ons hard naar een ander.
Rouwen is lichamelijk, mentaal en emotioneel een zware taak. Vandaar dat we spreken over rouwarbeid.
Het is belangrijk dat er mensen in de naaste omgeving zijn die hierbij kunnen helpen. Door het lichter te maken en het verdriet en de realiteit te ontkennen staat de rouwende er alleen voor. Dit geeft vaak een ontzettend eenzaam gevoel met alle gevolgen van dien.
Ik zeg altijd de wereld is in rouw en ruim 75% van alle psychische klachten komt doordat rouw er niet heeft mogen zijn.
Ik wil dat mensen hier werkelijk eens bij stilstaan.
Vroeger hoorde de dood en de rouw bij het leven. Mensen overleden meestal thuis, verzorgd door familie, ipv professionals. Ze werden door de buren naar de kerk gedragen, ipv door de uitvaartbegeleider. De dood hoorde letterlijk in het leven. Na de uitvaart waren er tal van rituelen. De christelijke traditie en vele religies staan bol van de sterf- en rouwrituelen. Mensen brachten op hun sterfbed veel tijd met hun priester door om persoonlijk, diepzinnig en spiritueel in gesprek te kunnen gaan. Ook dit is grotendeels weggevallen en dit is een enorm gemis. In woonzorgcentra waar de dood letterlijk aan de voordeur staat wordt over de dood niet gesproken. Hoe ridicule is dit? Hoe alleen voelen deze mensen zich? Vele jaren heb ik geprobeerd om deze zo noodzakelijke en diep menselijke dienst aan te bieden. Een van de grootste redenen waarom ik heb besloten dit zelfstandig te doen want het schuwen van dit onderwerp is zo schrijnend.
Toen in de eerste wereldoorlog miljoenen slachtoffers vielen waren de rituelen niet meer uitvoerbaar. Iedereen kende wel een slachtoffer. Iedereen had iets of iemand verloren. De samenleving kon miljoenen in het openbaar rouwende mensen psychologisch niet aan. De biologische drang om te overleven nam het over. Daarna kwam de tweede wereldoorlog. De kinderen van de overlevenden van de eerste wereldoorlog hadden hun ouders nooit openlijk zien rouwen. Zij hadden daardoor niet geleerd hoe dit moet. Ook zij stopten hun verdriet weg. Toen na de oorlogen het christelijk geloof afnam, verdwenen er ook steeds meer rituelen rondom de dood. En de dood zelf werd weggestopt.
De medische wetenschap kwam in opkomst. De dood werd niet langer gezien als een natuurlijk onderdeel van het leven maar als het falen van de arts.
Sociale media en zelfs in de new age spiritualiteit waarin alles positief en licht hoort te zijn doen er ook geen goed aan. Het is onhoudbaar en onrealistisch.
En zo werd het taboe alleen maar groter en groter tot het punt waar we nu gekomen zijn waar veel mensen niet weten wat rouwen inhoudt, hoe ze het moeten doorstaan en hoe je als naaste hierbij kunt helpen.
Rituelen hebben een belangrijke functie; ze geven het verdriet een sociale en maatschappelijke dimensie. . Mensen hadden een reden om naar elkaar toe te gaan. Het werd zichtbaar in de omgeving. En dat is belangrijk, want rouwen is iets dat een mens niet alleen kan. Dat moet samen met anderen gebeuren.
Net zoals een mens nooit alleen zou hoeven te sterven. Diep aanwezig kunnen zijn in en als naaste bij de dood biedt troost en diepe verbinding.
Het maakt een wezenlijk verschil voor de mensen die vertrekken én ook voor de achterblijvers.
Diep dankbaar voor de momenten die ik als rouwcoach en stervensbegeleider heb mogen delen.
